Stichting Straatjournaal

Onder luid gejoel biedt biedt dakloze Hendri het eerste exemplaar van Straatjournaal aan wethouder De Vries aan. Dak- en thuislozen in de regio Haarlem – mannen en vrouwen die voorheen weggedoken op straat of in het park zaten – staan vanaf die dag trots voor ‘hun’ supermarkt en prijzen hun koopwaar aan: Straatjournaal! Twee gulden maar. Dank u wel.

Het winkelende publiek moet even wennen maar is al snel enthousiast over het unieke krantenproject dat Nederland langzaam verovert. Utrechts Straatnieuws had in 1994 de Hollandse primeur – geïnspireerd op de Londense Big Issue (1991) – een jaar later gevolgd door de Amsterdamse Z-krant en Haags StraatnieuwsStichting Release is dan al bezig met de oprichting van een Haarlemse variant. De straatkrant blijkt een succes. Tientallen dak- en thuislozen staan te trappelen om zich in te schrijven als verkoper en het verspreidingsgebied wordt al snel te klein. Op 26 mei 2000 wordt Straatjournaal verzelfstandigd in Stichting Straatjournaal en kan de professionalisering van het project echt beginnen. De krant ondergaat een grondige restyling en breidt haar verkoopgebied uit, tot Texel aan toe; tot groot genoegen van verkopers en publiek.

Het succes van de straatkrant is eigenlijk eenvoudig uit te leggen: iedereen wordt er beter van. De dakloze, die middels de krantverkoop een legaal inkomen bij elkaar verdient. Het publiek, dat waar voor z’n geld krijgt. En de lokale overheid die de daklozenproblematiek aanzienlijk verminderd ziet zonder daar iets voor te doen. Dat doen de verkopers namelijk zelf. Door het principe van zelfstandig ondernemerschap leert de verkoper met geld en regels om te gaan; krijgt hij dagritme en structuur in zijn leven en doet hij sociale contacten op. De verkoop zorgt bovendien voor het broodnodige zelfrespect: je eigen broek ophouden in plaats van bedelen of doelloos rondhangen bij het de dag- en nachtopvang. Vanuit die positie is uitzicht op werk en woning een stuk dichterbij, zo is inmiddels wel gebleken.

Het straatkrant-motto – ‘help daklozen zichzelf te helpen’ – blijkt daarnaast een internationale succesformule. Het fenomeen verspreidt zich vanuit West-Europa als een olievlek over de rest van de wereld: van Uruguay tot Australië en van Namibië tot Japan; elk zichzelf respecterend land heeft in het nieuwe millennium een daklozenkrant voor zijn onbehuisden.